30 mrt Met aandacht eten in 5 stappen
De spijsvertering start al in je mond en dit orgaan is zeer belangrijk om te proeven wat je eet. Je hebt dagelijks meerdere eetmomenten, omdat je er trek in hebt of omdat het gewoon tijd is voor de volgende maaltijd. Je eet meestal uit gewoonte. En maak jij er eigenlijk wel genoeg tijd voor? Weet je wat je proeft? Smaakgewaarwording is een belangrijk onderdeel voor verzadiging en genieten. Het wordt daarom tijd om meer aandacht aan smaken te besteden.
Hoe proeven we?
Smaak kan je in de mond waarnemen. Op de tong zitten papillen die smaak registreert en ook achter in de mond kun je proeven. Met je smaak-zintuigen kan je de volgende smaken waarnemen; zout, zoet, zuur en bitter. En ook umami (eiwitten) en vet kan je proeven. De uiteindelijke smaakbeleving wordt echter ook door geur, waarneming van structuur, temperatuur en kruidigheid bepaald.
Waarom is goed proeven belangrijk?
Smaken worden waargenomen door smaakorgaantjes die zich voornamelijk op de tong bevinden, maar die ook in het slijmvlies van het gehemelte zitten. We hebben zo’n tienduizend smaakpapillen. In het verleden dacht men dat iedere smaak op een andere plaats van de tong werd waargenomen, maar dit blijkt niet te kloppen.
Het doel van je smaak- en reukorgaan is giftige stoffen herkennen en omzeilen. Voedsel dat voedzaam is smaakt veel beter. Na het waarnemen van smaak door de smaakpapillen en het reukorgaan worden er signalen naar het brein gestuurd. In het brein wordt bepaald of voedsel wel of niet lekker is. Dit gebeurt op basis van ervaringen uit het verleden en aangeboren voorkeuren.
Goed proeven is nodig om te overleven.
Onze aangeboren voorkeuren
De menselijke smaakvoorkeur neigt van nature naar zoet en zout, wat goed te verklaren is. Voedingsmiddelen die van nature zoet zijn, bevatten energie en waardevolle voedingsstoffen, voorbeelden van zoete voedingsmiddelen zijn moedermelk en fruit. Mineralen heb je ook hard nodig om het lichaam goed te laten functioneren en deze hebben een zoute smaak. De smaken zuur en bitter worden meer geassocieerd met bedorven, niet rijp of giftig voedsel. Deze smaken leert men in de loop van de tijd wel meer waarderen.
Smaakrijkdom is van belang voor ‘vol zitten’
Smaken hebben invloed op hoeveel je eet. Voedsel met een ‘volle’ en rijke smaak verzadigd veel beter dan ‘smaakarme’ producten. Een goed voorbeeld hiervoor is het verschil tussen een goede rode wijn (volle smaak) en een glas frisdrank. Waar drink je makkelijk meer van?
Beter proeven in 5 stappen
Goed leren proeven doe je met het acroniem TASTE. Stel je zelf bij iedere hap die je neemt de volgende vragen:
Textuur: Wat is de textuur? Is het zacht, romig, knapperig, hard, etc..
Aroma: Hoe ruikt het voedsel dat ik in mijn mond wil stoppen?
Smaak: Hoe smaakt het? Is het zout, zoet, zuur of bitter, of wat herken ik?
Temperatuur: Wat is de temperatuur van de hap? Is het warm, lauw of koud?
Emotie: Welk gevoel geeft het je?
Ook interessant:
Geen reactie's